Wereldkaart met daarop het verlies van ijs in de afgelopen 50 jaar.
Foto: ESA/Nature/World Glacier Monitoring Service

Wanneer we het hebben over klimaatverandering zijn de smeltende ijskappen op de polen één van de eerste dingen waar we aan denken. Maar ijs verdwijnt niet alleen aan de polen. Uit onderzoek dat vandaag gepubliceerd werd blijkt dat gletsjers wereldwijd met meer dan 9 000 gigaton (9 biljard ton) ijs geslonken zijn sinds 1961. Daardoor is de zeespiegel 27 mm gestegen. Een international team onder leiding van de Universiteit van Zurich in Zwitserland heeft glaciologische veldwaarnemingen gecombineerd met een schat aan informatie geleverd door verschillende satellietmissies.

Na zorgvuldige berekeningen konden ze daaruit afleiden hoe veel ijs er verdwenen of bijgekomen is in 19 gletsjergebieden over de hele wereld. Hun onderzoek, gepubliceerd in Nature, wijst uit dat gletsjers 9 625 gigaton ijs kwijtgeraakt zijn tussen 1961 en 2016. De grootste regionale verliezen traden op in Alaska, gevolgd door de gletsjers aan de rand van de ijskap op Groenland en in het zuidelijke Anders-gebergte. Er gingen ook significante hoeveelheden ijs verloren op gletsjers in het Russische en Canadese Noordpoolgebied en op Spitsbergen. Ook in streken met een gematigd klimaat zoals de Europese Alpen en het Kaukasusgebergte ontsnapten gletsjers niet aan het ijsverlies, maar zijn wel te klein om een significante bijdrage te leveren zijn aan de zeespiegelstijging. Opmerkelijk was dat Zuidwest-Azië (aangegeven met ‘ASW’ op de kaart) als enige gebied ijs bijgewonnen heeft in de periode van 55 jaar die de berekeningen beslaan. De gletsjers in deze regio wonnen 110 gigaton aan ijs. In het naburige Zuidoost-Azië (‘ASE’) ging er weliswaar ongeveer even veel verloren, 112 gigaton.

Rol van ESA's Climate Change Initiative

Het Climate Change Initiative van ESA, een onderzoeksprogramma dat erop gericht is om globale datasets te genereren over de sleutelcomponenten van het klimaat op Aarde (de zogenaamde ‘essential climate variables’) was cruciaal voor het onderzoek. Het gletsjerproject van het Initiative zorgde samen met het voormalige GlobGlacier-project van ESA voor contouren en data over de veranderingen in ijsmassa van duizenden verschillende gletsjers. Frank Paul, een van de mede-auteurs van de studie legt uit: “Gletsjercontouren zijn nodig om nauwkeurige berekeningen te maken over de onderzochte gebieden. Tot op heden kwam die informatie hoofdzakelijk van de Amerikaanse Landsat-satellieten, waarvan de data ter beschikking gesteld worden van Europese gebruikers onder ESA’s Third Party Mission-overeenkomst.” “In de toekomst zal in het bijzonder de Copernicus Sentinel-2-missie steeds meer bijdragen aan het nauwkeurig monitoren van veranderingen in gletjsers.”

Een combinatie van meetmethoden

Digitale hoogtemodellen met topografische details van een gebied werden berekend met behulp van gegevens van de ASTER-instrumenten van het Japanse ruimevaartagentschap JAXA, aan boord van de Amerikaanse Terra-missie en de Duitse missie TanDEM-X. Gegevens uit die beide bronnen werden verwerkt binnen het Glaciers Climate Change Initiative en andere projecten. De onderzoekers combineerden deze gegevens met de uitgebreide glaciologische databank die de World Glacier Monitorting Service bijhoudt. Zo werd het mogelijk om de veranderingen in de ijsdikte op 19.000 gletsjers over heel de wereld te reconstrueren. Door verschillende bronnen en methoden van waarnemingen te combineren tot een alomvattende nieuwe dataset konder de onderzoekers inschatten hoeveel ijs verloren gegaan is in alle gebergtes sinds de jaren 60. Glaciologische metingen gemaakt op het terrein gaven de jaarlijkse schommelingen, terwijl de de satellietgegevens toelieten om het ijsverlies over periodes van verschillende jaren of decennia te bepalen. “Hoewel we nu duidelijke informatie kunnen geven over hoeveel ijs er in elke gletsjer-regio verloren ging, is het belangrijk ook te benadrukken hoezeer de snelheid van het verlies de afgelopen 30 jaar toegenomen is. We verliezen op dit moment 335 miljard ton ijs per jaar, wat overeenstemt met een zeespiegelstijging van bijna 1 mm per jaar,” zegt hoofdonderzoeker Michael Zemp.

Het belang van waarnemingen op lange termijn

Het opwarmende water van de oceanen blijft de belangrijkste factor die de zeespiegel doet stijgen. Het smeltende gletsjerijs staat op de tweede plaats. Dr Zemp voegt toe, “Met andere woorden verliezen we elk jaar ongeveer drie keer het equivalent van het volume van al het ijs in de Europese Alpen, wat instaat voor zo’n 30% van de snelheid waarmee de zeespiegel momenteel stijgt.” Wereldwijd leiden verdwijnende gletsjers uiteindelijk tot minder water voor miljoenen mensen, minder elektriciteit uit waterkrachtcentrales en minder water voor gewassen. Smeltende gletsjers zorgen niet alleen voor een stijgende zeespiegel, ze vergroten ook het risico op andere natuurrampen zoals overstromingen ten gevolge van gletsjer-meer-uitbarstingen en de daarmee gepaard gaande aardverschuivingen. Kennis over de snelheid waarmee gletsjers op lange termijn krimpen is dus cruciaal om goed geïnformeerde beslissingen over klimaatadaptatie te kunnen nemen in de toekomst.

Dit soort informatie is bijgevolg van kritisch belang voor international organen die de klimaatverandering evalueren, zoals het Intergovernmental Panel on Climate Change. Mark Drinkwater, Senior Advisor voor de cryosfeer en het klimaat bij ESA, voegt toe: “Rekening houdende met de sociaal-economische gevolgen is het lot van gletsjers in het toekomstige klimaat iets dat ESA serieus neemt.” “Het is fundamenteel dat we voortbouwen op de bestaande monitortingcapaciteit met waarnemingen van de Sentinel-missies van het Copernicus-programma van de EU en met andere ESA- en Third Party-missies. Deze gegevens zijn cruciaal om robuuste klimaatvoorspellingen te maken en zo regionaal en van jaar tot jaar de schommelingen te meten van gletsjers en andere onderdelen van de cryosfeer, zoals de sneeuwlaag, zee-ijs en de ijskappen.”

Bron: ESA

Dit gebeurde vandaag in 1974

Het gebeurde toen

De Amerikaanse ruimtesonde Mariner 10 vliegt op een afstand van 703 kilometer langs het oppervlak van de kleine planeet Mercurius. Tot 3 april 1974 werden foto's genomen van de planeet Mercurius door Mariner 10 en het ruimtetuig merkte een zwak magnetisch veld op bij de planeet. De instrumenten aan boord van Mariner 10 merkten ook zeer grote termepartuursverschillen in dag en nacht op bij deze planeet: tussen -183 en 187° C. In totaal nam de sonde tijdens deze eerste passage 2300 foto's.Dit onbemande ruimtetuig werd op 3 november 1973 in de ruimte gebracht en werd het eerste ruimtevaartuig dat twee planeten bezocht tijdens één ruimtemissie. Foto: NASA

Ontdek meer gebeurtenissen

Redacteurs gezocht

Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!

Wordt medewerker

Steun Spacepage

Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.

23%

Sociale netwerken